Wie aan vleesvervangers denkt, denkt veelal aan soja en misschien aan zeewier, insecten of lupine. Bonen worden daarbij vaak over het hoofd gezien, maar dat is volgens Michael Luesink van BOON, heel erg onterecht. “Van bonen kun je niet alleen ontzettend veel lekkere dingen maken, ze zijn ook rijk aan eiwitten én we kunnen ze heel goed telen hier in Nederland.”
DEN BOSCH – De vraag naar vleesvervangers neemt steeds meer toe. En die producten worden allang niet meer alleen gegeten door vegetariërs en veganisten. Een groeiende groep consumenten vindt het niet meer gepast om elke dag vlees te eten.
Wie aan vleesvervangers denkt, denkt veelal aan soja en misschien aan zeewier, insecten of lupine. Bonen worden daarbij vaak over het hoofd gezien, maar dat is volgens Michael Luesink van BOON, heel erg onterecht. “Van bonen kun je niet alleen ontzettend veel lekkere dingen maken, ze zijn ook rijk aan eiwitten én we kunnen ze heel goed telen hier in Nederland.”
Luesink deed voor zijn afstudeerscriptie onderzoek naar de eiwittransitie. “Tijdens mijn zoektocht naar hoe we het beste kunnen omschakelen van een dierlijk eetpatroon naar een natuurlijk eetpatroon, zag ik heel veel kansen voor bonen en peulvruchten.” Het resulteerde in de oprichting van BOON, het innovatieve bonenmerk dat 5 jaar na dato 8 producten – met verschillende soorten bonen als basis – in de schappen heeft liggen van grote ketens als Jumbo en Albert Heijn.
Bonen hebben ten onrechte een suf imago, aldus Luesink. “Bonen zijn door de jaren heen in de conservenhoek geduwd en wordt daarom nogal eens vergeten door consumenten die gevarieerd willen eten”, stelt hij. “Wij willen bonen weer aantrekkelijk maken, onder het motto: van kelderkast naar koelkast.”
Het bedrijf neemt deel aan verschillende innovatieprojecten om de bonenteelt in ons land nieuwe leven in te blazen. “Veldbonen bijvoorbeeld, worden nu vooral nog gebruikt voor veevoer maar wij zien deze peulvruchten als eiwitbron van de toekomst. Ze zijn niet alleen eitwitrijk en goed lokaal te verbouwen; de bonen houden ook stikstof vast en de teelt draagt bij aan bodemverrijking en biodiversiteit.”
Door producten met dit soort bonen te ontwikkelen – zoals tempeh en worst -, hoopt BOON bij te kunnen dragen aan de eiwittransitie. “Als we het dier uit de keten halen, kunnen we onze landbouwgrond direct gebruiken om mensen eten te geven. Dat is niet alleen goed voor mens en dier, maar ook voor het milieu.”
“Bij BOON zijn we niet alleen ondernemers, maar ook activisten”, lacht Luesink. “Maar ik zie ons vooral als een innovatief voedingsbedrijf. We produceren geen vleesvervangers omdat de markt daar naar vraagt, maar omdat we bonen weer op de kaart willen zetten.”