Slechts een maand na de Nederlandse lancering van hun startup Storage Share vertrokken oprichters Julian Doorten en Niels van Eck (beiden 27) al naar Londen om deel te nemen aan het accelerator-programma van Pi Labs, een grote Engelse technologische vastgoedinvesteerder.
Slechts een maand na de Nederlandse lancering van hun startup Storage Share vertrokken oprichters Julian Doorten en Niels van Eck (beiden 27) al naar Londen om deel te nemen aan het accelerator-programma van Pi Labs, een grote Engelse technologische vastgoedinvesteerder.
„Ons ondernemersavontuur neemt in één keer een vlucht”, vertelt Doorten enthousiast vanuit de Britse hoofdstad. „We krijgen hier niet alleen workshops en trainingen, maar worden ook geïntroduceerd bij de top van de Londense vastgoedmarkt.” Samen met drie lokale startups werden de Nederlanders geselecteerd voor het trainingsprogramma, dat in totaal drie maanden duurt.
„De interesse vanuit de vastgoedwereld hier bevestigt wat we tijdens de opstartfase in Nederland ook al merkten: dat er vanuit de vastgoedmarkt veel aandacht is voor ons concept”, aldus Doorten.
Dat concept: leegstand in grote steden benutten door de lege ruimtes aan te bieden aan particulieren die opslagruimte zoeken.
Commercieel vastgoed was niet de markt die de jonge ondernemers voor ogen hadden toen ze augustus vorig jaar begonnen met hun startup. Het plan was een peer-to-peerplatform op te richten waarop particulieren hun leegstaande zolder of bergruimte kunnen verhuren aan plaatsgenoten. Maar al vóór de lancering van het platform begin december bleek er ook veel interesse voor het concept vanuit de onroerend goed-wereld.
Inmiddels houden Doorten en Van Eck zich vooral bezig met het verhuren van leegstaande kantoren als opslagruimte. Dat betekent echter niet dat hun oorspronkelijke plan in de prullenbak is beland. „Bij de particuliere markt is het aanbod key en dat blijkt nu nog lastig. Er is veel vraag, maar het aanbod blijft achter. Onze strategie is nu om ons eerst te bewijzen op de commerciële vastgoedmarkt en dan volgen er hopelijk vanzelf meer particulieren.”
Daarbij is de Nederlandse markt vooralsnog het speelveld. Het Verenigd Koninkrijk volgt in 2018. „We willen niet te hard van stapel lopen”, aldus Doorten. „Daarbij is het ook geen kwestie van klakkeloos het Nederlandse concept kopiëren. Nu we in Londen zijn, merken we hoe anders de markt hier in elkaar steekt. Elk land heeft zijn eigen regelgeving en codes waar je rekening mee moet houden. En in Nederland hebben we een groot netwerk, maar hier beginnen we bij nul.”
Hun deelname aan het accelerator-programma van Pi Labs opent echter zeker Britse deuren, erkent de ondernemer. „Het zal het zeker makkelijker maken om hier volgend jaar te lanceren.”
Na Londen willen de heren de rest van de wereld veroveren. „Dit verhaal kun je overal uitrollen. Maar daarvoor heb je wel specialistische kennis nodig over de lokale markt en een groot netwerk.”
Vooralsnog is de Nederlandse markt echter nog volop in ontwikkeling. „We hebben nu twee lege kantoorpanden in de aanbieding. Voor het einde van het jaar moeten dat er minstens tien zijn.” Daar komt echter nog wel wat bij kijken. „Nu gaat het bij die kantoren nog uitsluitend om langetermijnopslag en hebben mensen geen eigen toegang”, legt Doorten uit. „We werken aan een oplossing waardoor mensen wel zelf bij hun opgeslagen spullen kunnen, met een toegangscode en camera’s. We zijn ervan overtuigd dat er dan nóg meer vraag komt.”