Zwagers Tom Olsman en Pim ter Veen hebben sinds 2015 samen een wasserij – WasMijnWas heet hun onderneming – en dat is niets nieuws in de familie Olsman. De opa en oma van Tom begonnen in 1964 met een wasbedrijfje onder hun huis op de markt in Hardenberg en dat is inmiddels uitgegroeid tot een industriële wasserij waar meer dan 600 mensen werken: Moderna Textielservice.
GRAMSBERGEN – Zwagers Tom Olsman en Pim ter Veen hebben sinds 2015 samen een wasserij – WasMijnWas heet hun onderneming – en dat is niets nieuws in de familie Olsman. De opa en oma van Tom begonnen in 1964 met een wasbedrijfje onder hun huis op de markt in Hardenberg en dat is inmiddels uitgegroeid tot een industriële wasserij waar meer dan 600 mensen werken: Moderna Textielservice.
Toch is wat Tom (30) en Pim (35) doen anders dan bij het grote familiebedrijf, vertelt Ter Veen die via zijn vrouw Sanne in de familie Olsman terechtkwam. “Moderna is gespecialiseerd in het wassen van horecatextiel en bedrijfskleding, maar wij richten ons uitsluitend op de zorg. Dat is een sector waar ze binnen het familiebedrijf ver van weg zijn gebleven omdat ze betoogden dat het daar alleen maar om massa draait en er geen geld in te verdienen zou zijn”, lacht hij.
Met hun specifieke aanpak, namelijk een specialisatie op ‘persoonsgebonden wasgoed’ binnen zorginstellingen, hebben de twee jonge ondernemers inmiddels bewezen dat de oude garde van de familie het niet bij het rechte eind had. “Wij zijn weggebleven van de massaliteit waar onze familie voor vreesde en hebben een persoonlijke aanpak standaard gemaakt in deze sector”, vertelt Ter Veen. “Wij wassen ook het beddengoed en ander textiel dat bij zorginstellingen gebruikt wordt, maar we onderscheiden ons door de manier waarop we de kleding van bewoners inzamelen en wassen.”
Door gepersonaliseerde waszakken te combineren met speciale chips die in elk kledingstuk worden geplaatst kan WasMijnWas exact in kaart brengen welke kleding een bewoner heeft ingeleverd. Hierdoor wordt de kleding altijd op de juiste manier gewassen en raakt er niets meer zoek. En dat slaat aan. “Wij hebben inmiddels tegen de 20 zorginstellingen als klant en openen in februari een tweede wasserij.”
Met het in gebruik nemen van het nieuwe pand, dat nu nog in aanbouw is, snijden de ondernemers de laatste banden met familiebedrijf Moderna door. “Wij besteden het wassen van het beddengoed en andere niet persoonsgebonden textiel nu nog aan hen uit omdat we daar zelf niet de capaciteit voor hebben”, vertelt Ter Veen. “Maar met de opening van onze nieuw wasserij is dat verleden tijd. Die locatie wordt volledig ingericht om dit ‘platgoed’ zoals wij dat noemen te wassen.”
De zwagers zien het als een uitdaging om op eigen benen te staan. “We zijn geen dochteronderneming van het familiebedrijf”, benadrukt Ter Veen. “Voor financiering zijn we ook altijd naar de bank gestapt, niet naar de familie. Dit is echt ons eigen bedrijf; we zijn gewoon een klant bij Moderna voor het platgoed.”
Hoewel ze altijd voor ogen hebben gehad om een op zichzelf staande onderneming te runnen, voelen de jonge zwagers zich wel gesteund door de ervaring die de generatie boven hen heeft opgedaan met Moderna. “Op wasserijgebied hebben we echt onze eigen koers gevaren, maar op organisatiegebied bijvoorbeeld hebben we wel informatie bij de familie ingewonnen”, vertelt Ter Veen. “Dat gaat dan vooral informeel, tijdens borreltjes en etentjes. Maar dan hebben we het echt niet de hele tijd over de was hoor, want een groot deel van de familie werkt niet in deze sector.”
Dat hij zelf in deze sector terecht is gekomen, had Ter Veen niet kunnen vermoeden voordat hij zijn vrouw tegenkwam. “Dit is niet een carrière die anders snel op mijn pad zou zijn gekomen”, lacht hij. “Deze kans heb ik echt kunnen grijpen doordat ik Sanne leerde kennen.” Zelf zijn hij en zwager Tom ook voornemens een bedrijf neer te zetten dat voor de volgende generaties nog bestaat. “Eigenlijk zijn Tom en ik met WasMijnWas weer teruggegaan naar hoe het ooit is begonnen met opa en oma Olsman”, stelt hij. “Zij haalden destijds het wasgoed van particulieren thuis op om het daar vervolgens gewassen of gestoomd weer af te leveren. Die persoonlijke aanpak hebben wij nu geïntroduceerd bij de zorginstellingen waar wij mee werken. Het is mooi om te ondernemen in de traditie van deze familie.”