Nederlandse kaas in Colombia. Het klinkt misschien niet meteen als een gouden formule, maar Tobias Rijnsdorp uit Gouda timmert er hard mee aan de weg onder de naam HolaAndes. Inmiddels realiseerde hij twee kaasmakerijen in het Zuid-Amerikaanse land en twee restaurant sin de hoofdstad Bogota.
BOGOTA – Nederlandse kaas in Colombia. Het klinkt misschien niet meteen als een gouden formule, maar Tobias Rijnsdorp uit Gouda timmert er hard mee aan de weg onder de naam HolaAndes. Inmiddels realiseerde hij twee kaasmakerijen in het Zuid-Amerikaanse land en opende hij afgelopen week zijn tweede restaurant in de hoofdstad Bogota.
Wie uit Gouda komt, komt niet automatisch uit een familie van kaasmakers, lacht Rijnsdorp (33) aan de telefoon vanuit Colombia. “Maar toch denk ik dat ik dit pad niet had gekozen als ik niet in Gouda was opgegroeid. Vanwege mijn achtergrond bracht ik altijd kaas mee als cadeau voor mijn Colombiaanse vrienden en toen het idee ontstond om hier iets op te zetten met lokale boeren, was de link snel gelegd.”
Rijnsdorp kwam voor het eerst in Colombia tijdens een stage voor zijn studie tropische landbouw waarbij hij onderzoek deed naar nieuwe inkomstenbronnen voor lokale boeren. In de jaren daarna bleef het land hem zo trekken dat hij in 2016 besloot zijn baan in Nederland op te zeggen en de sprong in het diepe te wagen.
Hij klopte aan bij de biologische kaasboerderij Ruyge Weide van de familie Van Vliet in Oudewater, leerde daar in een paar maanden het ambacht van kaasmaken en vertrok vervolgens naar Colombia op zoek naar een lokale partner om mee samen te werken. Die partner vond hij in een coöperatie van kleine melkboeren in de vallei van Monquentiva, op een paar uur rijden van Bogota.
Aandeelhouders
De bouw van de eerste kaasmakerij vijf jaar geleden financierde Rijnsdorp deels met eigen geld, deels met een bijdrage van de kaasfamilie Van Vliet – die nog steeds aandeelhouder is in zijn bedrijf – en deels met een subsidie van het Dutch Good Grow Fund, dat ondernemers ondersteunt die in het buitenland sociale impact willen maken.
De lokale boerencoöperatie investeerde ook in het bedrijf. “Zij hielpen ons met de administratie en met de opleiding van vrouwen uit het dorp tot kaasmaker”, vertelt Rijnsdorp. “Ik ben ervan overtuigd dat de partij waarmee je in een dergelijke constructie samenwerkt ook een bijdrage moet leveren. Anders doe jij als buitenlandse partij alles en dat is niet goed voor de synergie.” HolaAndes is dan ook een gezamenlijke onderneming, onderstreept hij. “De coöperatie is voor 50% aandeelhouder.”
Van de 3000 liter melk die de koeien van de coöperatie dagelijks geven, wordt een deel gebruikt voor de kaas van HolaAndes, de rest gaat naar een melkfabriek. Op dit moment kan het bedrijf 250 kilo kaas per week maken. De productie daarvan vindt niet alleen plaats in Monquentiva maar ook in de tweede kaasmakerij van het bedrijf in de buurt van Medellín, waar ook met een plaatselijke boerencoöperatie wordt samengewerkt.
Omdat de vraag naar de kaas echter blijft stijgen, wordt de eerste kaasmakerij nu uitgebreid zodat de productie verdubbeld kan worden. “Uiteindelijk is het onze droom om alle melk van de koeien van onze boeren te kunnen gebruiken voor kaas.”
Imago
Die droom lijkt niet onwerkelijk. Steeds meer mensen in Colombia weten de kaas inmiddels te vinden. “De smaak van Hollandse kaas is natuurlijk niet heel sterk en wordt hier dan ook goed geaccepteerd”, vertelt Rijnsdorp. “En natuurlijk heeft het ook haar imago mee als Nederlandse grootste exportproduct. Iedereen kent het wel, dus als ze onze kaas krijgen aangeboden op een beurs of een evenement nemen negen van de tien mensen het aan. En velen vinden het dus lekker.”
Daarbij tekent de ondernemer wel aan, dat zijn klanten tot een relatief kleine doelgroep behoren. “Het verschil tussen arm en rijk is hier helaas nog steeds gigantisch, en de meeste mensen besteden hun minimale budget natuurlijk niet aan een luxeproduct zoals Hollandse kaas.” De markt die het bedrijf bedient is dan ook voornamelijk die van delicatessewinkels en restaurants.
Inmiddels behoort Rijnsdorp zelf ook tot een van de afnemers van zijn kaasbedrijf, met de twee raclette-restaurants die hij met vrienden is begonnen in Bogota. “We geven daar onze eigen draai aan het traditionele Zwitserse raclette en richten ons vooral op luxebroodjes met gesmolten kaas”, vertelt hij. “En dat slaat supergoed aan. Colombianen zijn een heel open volk, die graag nieuwe dingen proberen.”