Steeds meer ondernemers vormen hun businessmodel rondom werknemers met een zogenoemde 'achterstand tot de arbeidsmarkt'. "Wij zeggen altijd: een beperking wordt bij ons een talent", aldus Paul Vermeer van AutiTalent, een uitzendbureau voor mensen met autisme.
Steeds meer ondernemers vormen hun businessmodel rondom werknemers met een zogenoemde ‘achterstand tot de arbeidsmarkt’. En niet alleen vanuit een sociale gedachte of uit kostenbesparing, zoals wel wordt gezegd, maar omdat hun specifieke kwaliteiten steeds meer onderkend worden. “Wij zeggen altijd: een beperking wordt bij ons een talent”, aldus Paul Vermeer van AutiTalent, een uitzendbureau voor mensen met autisme.
De werknemers van AutiTalent zijn gespecialiseerd in het digitaliseren van dossiers. “Maar onze mensen worden ook ingezet voor andere taken zoals de financiële administratie”, legt Vermeer uit. “Mensen met een autistische stoornis vinden repetitief werk fijn en ze zijn nauwgezet. Op deze manier geef je ze zinvol werk, dat anderen misschien eentonig vinden.”
Willemijn Verloop van het landelijke platform Social Enterprise NL, heeft bewondering voor ondernemers als Vermeer. “De grote kracht van ondernemingen als deze is dat er nieuwe werkmodellen ontstaan. Sociale ondernemers kunnen fungeren als koplopers. Zij laten zien wat er mogelijk is en hopelijk volgen grote bedrijven dan.”
Onderneemster Sandra Ballij van Ctaste, een Amsterdams restaurant waar gasten eten in het donker en bediend worden door blinden en slechtzienden, merkt dat de commerciële insteek van haar bedrijf nog wel eens op tegenstand stuit. “Maar we hebben het hier niet over arme blinden over wiens rug we geld verdienen. We bieden deze mensen een goede baan en de mogelijkheid hun eigen geld te verdienen. Daar is niets zieligs aan. Gelukkig beginnen steeds meer mensen dat te snappen.”
Werken biedt hun werknemers niet alleen een uitweg uit een uitkeringssituatie, maar zorgt ook voor een groeiend zelfvertrouwen merken de sociale ondernemers. “Werken doet onze mensen zó goed. Toen we zeven jaar geleden begonnen had slechts één van onze twaalf medewerkers een relatie, nu hebben ze op twee na allemaal een gezin”, illustreert Toine van Bijsterveldt, oprichter van de Groningse fabriek De Verbinding waar dove medewerkers dakkapellen, schuifpuien en kozijnen maken. “Ze hebben iets te geven aan de maatschappij en dat zorgt voor veel eigenwaarde.”
Dat de overheid met de geplande participatiewet ook wil stimuleren dat jonggehandicapten aan het werk gaan, wordt met wisselende gevoelens bekeken door de ondernemers. Vooral de verplichting voor werkgevers om die mensen in dienst te nemen stuit op weerstand. Ballij: “Ik denk dat er een golf van creatief boekhouden door zal ontstaan. Maar misschien is het wel nodig om mensen aan het denken te zetten.”
Willemijn Verloop gelooft dat sociale ondernemingen een belangrijke rol kunnen spelen bij de participatiewet. “Wij denken dat sociale ondernemingen andere bedrijven kunnen helpen om aan de eisen te voldoen. Zij hebben de kennis en ervaring.” Het belangrijkste is uiteindelijk dat er op een andere manier wordt gekeken naar het creëren van werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarover is iedereen het eens. “Onze hele maatschappij moet eigenlijk veranderen”, aldus Sandra Ballij. “We moeten ons werkstelsel anders inrichten en gaan kijken naar wat mensen wel kunnen in plaats van wat niet. Je hebt als ondernemer echt goud in handen als je een bepaald talent koppelt aan een gebrek.”